De warmtetransitie is een grote en complexe opgave waar we met z’n allen voor aan de lat staan. Daarbij is urgentie van belang, maar ook zorgvuldigheid. Fractievoorzitter Gerhard Bos benadrukte vandaag dat het vooral de gemeenten zijn die aan zet zijn.
CDA vindt het van belang dat Provinciale Staten ook bij de warmtetransitie, de warmtestrategie en bij de inzet op alternatieve warmtebronnen meer betrokken wordt door GS. De CDA fractie zal dan ook de komende tijd komen met agendaverzoeken en/of voorstellen met betrekking tot het stimuleren warmtepompen en waterstof omdat daarmee ook voor veel huishoudens op een prima manier de noodzakelijke warmte kan worden geleverd.
Gerhard Bos vroeg tevens om extra duiding over een aantal zaken.
- Integrale warmtebedrijven
Houden de integrale warmtebedrijven (productie, levering en infrastructuur) nu de toegang tot de zogenaamde warmtekavels die gemeenten uit kunnen geven? Anders gezegd kan het GWIB als een blokkade gaan werken waardoor integrale warmtebedrijven de pas wordt afgesneden? Is er keuzevrijheid? - Wat gaat het GWIB nu wel of niet doen?
Op bladzijde 6 van de bijlage bij de statenbrief van december vorig jaar staat “De basis is dat de publieke partijen alleen een rol pakken in de warmte-infrastructuur (transport- en distributienetten). Daarmee beperkt de rol van het GWIB zich tot het ontwikkelen, realiseren en exploiteren van collectieve warmteleidingen. Open warmtenetten staan hierin centraal. Deze laatste zin in combinatie met de naam GWIB vraagt om verheldering. Met welke bril moeten we dit lezen. Gaat het GWIB nu zelf infrastructuur aanleggen en exploiteren of niet? In de stukken lijkt het zo te zijn dat het LWIB de aanleg en exploitatie gaat doen.
CDA heeft op een aantal punten een meer scherpte gewenst. Daarover hebben we een Motie ingediend.
GWIB CDA e.a. Haalbaar betaalbaar realistisch en met draagvlak warm blijven